Uw systeem terugzetten naar een nieuwe schijf onder opstartmedia
Voordat u start, raden we u aan de voorbereidingen te voltooien die werden beschreven in Voorbereiden op herstel. U hoeft de nieuwe schijf niet te formatteren, dat gebeurt tijdens de herstelprocedure.
Opmerking: Het wordt aanbevolen dat uw oude en nieuwe harde schijven in dezelfde controllermodus werken (bijvoorbeeld IDE of AHCI). Anders start uw computer mogelijk niet op vanaf de nieuwe harde schijf.
Om uw systeem te herstellen naar een nieuwe schijf:
Plaats de nieuwe harde schijf op dezelfde locatie in de computer en gebruik dezelfde kabels en aansluitingen als voor de oude harde schijf. Als dit niet mogelijk is, plaatst u de nieuwe harde schijf waar u deze wilt gebruiken.
Sluit het externe schijfstation met de back-up die u voor de herstelprocedure wilt gaan gebruiken aan op de computer en controleer of het station is ingeschakeld.
Wijzig de opstartvolgorde in het BIOS zodanig dat uw opstartmedium (cd-rom-/dvd-rom-station of USB-stick) dat u wilt gebruiken om het systeem op te starten het eerste opstartapparaat in de lijst is. Raadpleeg De opstartvolgorde wijzigen in het BIOS of UEFI BIOS.
Als u een UEFI-computer gebruikt, let dan op de opstartmodus van de opstartmedia in het UEFI BIOS. Het is aan te bevelen de opstartmodus te laten overeenkomen met het type systeem in de back-up. Als de back-up een BIOS-systeem bevat, start u de opstartmedia dan op in de BIOS-modus. Als het een UEFI-systeem is, zorg er dan voor dat de UEFI-modus is ingesteld.
Start vanaf het opstartmedium op en kies Acronis True Image 2021.
Selecteer in het venster Home onder Herstellen de optie Mijn schijven.
Selecteer de back-up van de systeemschijf of de partitie die u voor de herstelprocedure wilt gebruiken. Wanneer de back-up niet wordt weergegeven, klikt u op Bladeren en geeft u het pad naar de back-up handmatig op.
Als de back-up zich op een USB-schijf bevindt en de schijf niet direct wordt herkend, controleert u de versie van de USB-poort. Als het een USB 3.0- of USB 3.1-poort is, sluit u de schijf aan op een USB 2.0-poort.
Als u een verborgen partitie had (bijvoorbeeld de partitie die voor het systeem was voorbehouden, of een partitie die is gemaakt door de fabrikant van de pc), klik u op Details op de werkbalk van de wizard. Noteer de locatie en de grootte van de verborgen partitie, omdat deze parameters dezelfde moeten zijn op uw nieuwe schijf.
Selecteer bij de stap Herstelmethode de optie Volledige schijven of partities herstellen.
Schakel op de wizardpagina Gegevens selecteren de selectievakjes in naast de partities die u wilt terugzetten.
Als u een hele schijf selecteert, worden het MBR (Master Boot Record) en spoor 0 van de schijf ook hersteld.
Afhankelijk van de partities die u hebt geselecteerd, verschijnen er nu verschillende wizardpagina's waarop u de gewenste instellingen kunt kiezen voor elke partitie. U ziet dat wordt begonnen met de partities waaraan geen stationsletter is toegewezen (dat is doorgaans het geval met verborgen partities). Vervolgens worden de partities in oplopende volgorde weergegeven (op basis van de stationsletter). Deze volgorde kan niet worden gewijzigd. Merk op dat deze volgorde mogelijk kan afwijken van de fysieke volgorde van de partities op de harde schijf.
Geef de volgende instellingen op de pagina Instellingen verborgen partitie op (meestal met de naam Instellingen van partitie 1-1):
Locatie. Klik op Nieuwe locatie, selecteer uw nieuwe schijf volgens de toegewezen naam of capaciteit en klik op Accepteren.
Type.Controleer of het juiste type partitie is ingesteld en wijzig dit indien nodig. Ga na of de door het systeem gereserveerde partitie (indien van toepassing) primair is en gemarkeerd is als actief.
Grootte. Klik op Wijzigen in het gedeelte Partitiegrootte. Standaard wijst het programma alle schijfruimte op de nieuwe harde schijf toe aan de partitie. Voer de correcte grootte in het veld Partitiegrootte in (u kunt deze waarde zien in de stap Gegevens selecteren). Sleep vervolgens deze partitie naar dezelfde locatie die u zag in het venster Back-upinformatie indien nodig. Klik op Accepteren.
Geef in de stap Instellingen voor partitie C de instellingen op voor de tweede partitie, die in dit geval uw systeempartitie is.
Klik op Nieuwe locatie en selecteer de niet-toegewezen ruimte op de doelschijf voor de partitie.
Wijzig het type partitie indien nodig. De systeempartitie moet zijn ingesteld als de primaire partitie.
Stel daarna de gewenste grootte in voor de partitie in, die standaard gelijk is aan de oorspronkelijke grootte. Omdat er meestal geen vrije ruimte is na deze partitie, kunt u alle niet-toegewezen ruimte aan de tweede partitie toewijzen. Klik op Toepassen en vervolgens op Volgende.
Lees het overzicht van de bewerkingen die het programma gaat uitvoeren zorgvuldig en klik op Doorgaan.
Wanneer het herstel is voltooid.
Voordat u de computer opstart, moet u de oude schijf loskoppelen (indien aanwezig). Als Windows zowel de nieuwe als de oude schijf "ziet" tijdens het opstarten, zal dit leiden tot problemen met het opstarten van Windows. Als u de oude schijf hebt vervangen door een nieuwe schijf met een grotere capaciteit, moet u – voordat u voor de eerste keer gaat opstarten – het oude schijfstation loskoppelen.
Verwijder de opstartmedia en start de computer op in Windows. Mogelijk meldt Windows tijdens de eerste systeemstart dat het nieuwe hardware (de nieuwe harde schijf) heeft aangetroffen en dat het systeem opnieuw moet worden opgestart. Controleer of het systeem naar behoren werkt en stel in het BIOS de oorspronkelijke opstartvolgorde weer in.
Acronis Universal Restore
Wanneer u uw systeem herstelt met andere hardware, kan het opstarten van de doelcomputer mislukken. Dit komt omdat de nieuwe hardware niet compatibel is met de belangrijkste stuurprogramma's in de image. Acronis Universal Restore helpt u de doelcomputer opstartbaar te maken. Zie Acronis Universal Restore voor meer informatie.